Ambassadeur in een iconische stad

De stadsgids en voormalig wethouder ontdoet zijn paraplu op een regenachtige woensdag van overtollig water. Het Kamper stadsfront prijkt op de lichtblauwe paraplu. Even later legt Adema zijn uitvouwbaar visitekaartje op tafel. Ook daarop al een afbeelding van Kampen gezien vanaf de IJssel. “Eigenlijk moet je een wandeling door de stad aan de overkant van de rivier beginnen. Daar heb je een prachtig zicht op de stad met onder meer de zeven kerken. Lopen over de brug is alleen daarom al een belevenis.”

Eenmaal aan de overkant wacht de bezoeker een stad vol monumenten, iconen en andere bijzonderheden.

Meest logische vertrekpunt is het stedelijk museum dat zetelt in het voormalige stadhuis uit de zestiende eeuw. Veel parels van de stad zijn daar te zien. “Kampen is de enige stad met schilderijen van al onze vorsten. En niemand mag de oude raadszaal overslaan met onder meer de enorme en rijk versierde schouw”, vindt Adema. De schouw is zelfs zo enorm dat bezoekers met verrekijkers alle details kunnen bewonderen.

Vanuit die zaal is de Nieuwe Toren al te zien. Die staat er trots bij aan de overkant van de straat. In de zomermaanden geven internationale beiaardiers concerten op het carillon. Wie onder de toren doorloopt, komt bij de Broederkerk en het Iconenmuseum uit. “Daar stond vroeger een klooster, de Nieuwe Markt was een kruidentuin. In het museum hangt een unieke verzameling iconen”, vertelt Adema, terwijl hij even later de akoestiek van de Buitenkerk roemt. Ook al zo’n Kamper kerk met een imposant middeleeuws pijporgel.

Wie terugloopt naar de Oudestraat, eigenlijk een oude dijk, en tussen de winkels door wandelt, ziet de Bovenkerk steeds dichterbij komen. Over een indrukwekkende Kamper icoon gesproken. “Tussen 1250 en 1550 is gebouwd aan het ontwerp van Rutger van Keulen, die ook grote kerken in Harderwijk en Leiden op zijn naam heeft en mee tekende aan de Grote Kerk in Amsterdam.”

Kampen lag destijds nog aan de Zuiderzee. Vanuit 21 poorten, waarvan er een aantal bewaard zijn gebleven, keken de stadsbewoners uit over het water waarop de beroemde Kamper Kogge voer. “Het eerste transportschip ter wereld”, zegt Adema, die met zijn verhalen eerder een boek dan een krantenartikel kan vullen. Tientallen monumenten zijn nog niet eens benoemd. “En wat dacht je van de muurreclames? Vanuit heel Nederland komen mensen naar Kampen om die oude advertenties te bekijken. Veel mensen die ik rondleid door de stad zeggen: ‘We komen nog een keer terug, maar dan voor een paar dagen.”