Oerbos Zalk
- 6 minuten leestijd
- 1512 x bekeken
Dat ik al zo lang in de IJsseldelta woon en niet weet dat hier een oerbos is met ooit een echt roofridderslot. Dat jaren later de rijke nazaat Bentinck van Buckhorst in Zalk heerste en rijke mensen liet overvaren om naar zijn landgoed en z’n theekoepel op het Bergje te komen. Waarom weet ik dit niet en waar ben ik terechtgekomen? Op deze vrijdag de dertiende wandel ik met Frans van den Berg (wijkbeheerder van Groen) door het Zalkerbos.
‘De IJssel heeft hier vroeger vaak de buitenbocht genomen en zo werd het Zalkerbos steeds groter’, vertelt Frans ‘totdat ergens rond 1700 het idee opkwam om het Zalkerbos ‘uit te roeien’ want de IJssel kwam te dicht bij ‘s Heerenbroek en het dorp dreigde onder te lopen.’ Gelukkig is dat uitroeien niet helemaal gelukt want het Zalkerbos is een stukje oerbos in de ‘knieholte’ van de IJssel bij Zalk. In Nederland zijn er nog maar twee van deze plekken langs de grote rivieren met zeer oude boomstoven en unieke flora.
‘Het lijkt niet zo groot dit bos’, zegt Frans ‘maar vergis je niet, je kunt hier verdwalen en dat komt omdat de IJssel zo meandert dat je ‘m aan je rechterkant hebt en even later stroomt ie weer aan je linkerhand. Dat haalt je uit het lood.’ Na een paar minuten lopen zien we de IJssel. En zeker worden we geholpen, het is mooi weer, gouden herfst en zacht licht maar zoals die IJssel hier kronkelt, zilverstromend water langs deze oevers, het Theehuis aan de overkant, dit is eeuwige schoonheid. Frans en ik zijn het roerend met elkaar eens: ‘Iedereen heeft zijn rivier maar ik, ik heb de IJssel.’ Van Liselore Gerritsen en van ons.
‘Kijk, dit is een plant die hier veel voorkomt. Zie dit mooie rode mutsje met een oranje kern. Ze noemen het ook wel ‘nepsocialist’ om die rode blaadjes met dat oranje hart.’ Frans laat me de kardinaalsmuts zien. Het is een giftige plant en vroeger vermengden ze het zaagsel van dit plantje met appelmeel en gingen ermee vissen. Alle vissen kwamen bovendrijven door dit gifmengsel: een snelle manier om een maaltje vis te vangen.
‘Weet je dat hier een echt roofridderkasteel was?’, zegt Frans terwijl we langs de rand van het bos en de IJssel lopen. Ik weet niks maar zie wel meteen Floris en Sindala voor me en de hertog van Gelre. Nou in die tijd dus inderdaad, vertelt Frans. ‘Het ging vaak om echte “vrije” roofridders, die opereerden vanuit een sterk kasteel De Buckhorst. Ze streefden naar een eigen vorstendommetje zonder de bemoeienis van een graaf, hertog of bisschop hier in de buurt van het dorp Zalk.
Latere Bentinge van Buckhorsten hebben hier hun sporen achtergelaten, in de verhalen, in de kerk van Zalk maar ook het Bergje waar ooit de oude theekoepel heeft gestaan. Met iemand van Groen wordt het altijd spannend want we duiken onder het prikkeldraad door en komen waar niemand komt. ‘Kijk, dit wilde ik je laten zien. Hier komt de clematis nog in het wild voor. Vooral aan de zuidkant maar zelfs hier op noord ook nog wat. Nu hebben we november maar als dit bloeit… Ik vind het sprookjesachtig, als lianen, als een oerwoudplant, hangt het in de bomen.’
Als we door het dichte takkenbos weer naar het open land willen lopen zie ik ineens iets wat op een dierenkop lijkt. Dood. ‘Een dierenkop, ja, dit is een dierenkop. Het is een vos. Kijk hiernaast ligt zijn kaak, zijn tanden,’ wijst Frans. Zo, dit is nog eens een vondst. Ik ben onder de indruk. Het kopje nog helemaal in tact maar ik denk dat het zal verpulveren wanneer we het met een stok aanraken.
Dit hardhoutooibos met de iep, essen en eiken is uniek. De oudste bomen van Overijssel staan hier. De gemeente Kampen heeft het in 1960 gekocht van particulieren. Staatsbosbeheer wilde het ooit kopen van de gemeente Kampen maar de gemeente wilde het niet verkopen.‘Willen we oerbos zo houden,’ zegt Frans, ‘dan moeten we het beheren. Biodiversiteit toelaten. Hier huist de bruine kiekedief, een havik, een valk. In het voorjaar is het hier bezaaid met sneeuwklokjes. Om de zoveel tijd moeten we het hier ‘afzetten’. Struiken en bomen worden dan helemaal teruggesnoeid. Zo behoudt het bos zijn oorsprong. Ook vroeger werd er gekapt en gesnoeid. Ze hadden het hout hard nodig. En die werkwijze heeft dit land zo gemaakt als het is. En al lijken deze bomen niet oud, ze zijn het wel. Meer dan honderd jaar oud hoor, maar omdat ze hier op arme zandgrond staan worden ze niet zo dik.’
Frans plukt een lange dikke stengel die overal in het weiland recht omhoog steekt. ‘Dit is schaafstro, nederlands oudste plant. Duizenden jaren oud. Vroeger werd het als schuurpapier gebruikt om muziekinstrumenten mooi glad te schuren. Ze vermeerderen zich via de wortelstokken.’
We klimmen met een oude ladder naar een uitkijkplek, vinden nog een vossenhol met vers omgewoelde aarde, zien hazen wegspringen, talloze reeënpaadjes, de oude paardendrinkplek, brandbulten. Het houdt niet op. Het oude bos ontroert me met al die voor mij op het eerste oog onzichtbare schatten. Zichtbaar jaren oud en tegelijk ook onsterfelijk eigen en mooi. Mijn IJsselland.
Na een paar uur lopen gaat Frans weer aan het werk. Ik wil nog naar een huisje lopen waar volgens Frans een dichter woont. Ha, een collega. Daar ga ik op af. Als ik dichterbij kom herken ik het vroegere huis van Ria van Bakelen, mijn taaljuf op de theaterschool. In mijn academiejaren kwam ik hier wel. Als ik aanbel doet Frans Leenderts open. Niks geen dichter. Ik ken hem als de regisseur van Transparant uit Zwolle. Dat hij hier op de mooiste plek van Zalk woont aan de rand van het bos. Hij vertelt over de schoonheid van deze plek, de zeven vossen die hier leven. Hij laat me het atelier van zijn recent overleden vrouw Hennie Schippers zien en vraagt me vooral te vermelden dat het atelier altijd te bezoeken is om haar werk te bekijken.
Wow, wat een dag, wat een bos.
Vanaf het Kerkplein in Zalk kun je beginnen aan de noordlus van het Laarzenpad, een wandeling door de natuur van Zalk en deels door het Zalkerbos.
'Brigitte Wolthuis / BEEEP'